Stoomgemaal Vier Noorder Koggen
Nadat het stoomgemaal gebouwd is worden een ketelhuis, een stoommachine, twee schepraderen en twee vijzels geïnstalleerd. Voorts staan op het terrein van het gemaal een kolenopslagplaats, een huis voor de machinist en een smederij.
Het gemaal moet de molens in de polder assisteren bij het wegpompen van water uit de polder naar de Zuiderzee. De 15 molens van Medemblik pompen het water in een molenkolk (vijver) die verbonden is met een machinekolk en van hieruit kan het water de Zuiderzee in. Als het water in de Zuiderzee echter te hoog staat, kunnen de molens het niet meer bolwerken en wordt het gemaal in werking gesteld: de verbinding tussen de molenkolk en machinekolk wordt dan gesloten en de schepraderen van het gemaal brengen het water vanuit de molenkolk naar de Zuiderzee. In 1897 worden de schepraderen en vijzels vervangen door vier centrifugaalpompen.
Ook komen er twee nieuwe stoommachines als vervanging van de oude. Het trapsgewijs pompen via de molenkolk is niet langer nodig, want het water kan nu rechtstreeks vanuit de polder naar de Zuiderzee gepompt worden. De molens doen weliswaar nog steeds hun werk, maar de boeren verlangen een beter drooghouden van de polder. In 1907 probeert men dan ook de waterhuishouding in de polder onafhankelijk te maken van de natuur en wordt het gemaal uitgebreid met een gasmotor, die een grote centrifugaalpomp aandrijft.
Lees hier de historie